Wat één beschieting al kan aanrichten
In een van mijn preken hoorde je iets over mijn tante Hester. Ook tijdens preektrainingen citeerde ik soms mijn 89-jarige tante: ‘Vandaag is vandaag. Morgen zien we wel weer …’
Hester maakte de Tweede Wereldoorlog mee. Vanwege de oorlog in Oekraïne komen de herinneringen weer boven. Mijn broer Frank stuurde een ingezonden stuk naar het Nederlands Dagblad over haar.
Door Frank Vervoorn
In 2014 bezocht ik mijn tante Hester. Poetin had net de Krim ingepikt en we bespraken de spanningen die dat opleverde. ‘Ik heb één oorlog meegemaakt Frank, je denkt toch niet dat ik dat nog een keer mee wil maken?!’ Ik wist van jongs af aan dat er iets was gebeurd met haar. In de oorlog woonde ze als tiener met haar ouders, broers en zussen in Wageningen en bij een granaataanval was ze gewond geraakt. Het fijne wist ik er niet van.
We zijn nu acht jaar verder, Rusland is Oekraïne binnengevallen. Ik denk terug aan ons gesprek en bel tante Hester. Op een paar maanden na is ze negentig. Ze is blij dat er weer meer versoepelingen zijn, dat zij corona tot nu toe heeft overleefd, anders dan haar oudere broer die in de eerste golf helaas overleed. Tegen haar kleinkinderen heeft ze steeds gezegd: Zeker, corona is erg, maar niet te ver-gelijken met de verschrikkingen van een oorlog.
‘Ja Frank, ik kon toch ook niet weten dat dit nog zou gebeuren …’ Ik vertel haar dat ik moest denken aan ons ‘Krimgesprek’ en dat ik haar daarom bel. Ze weet het nog. Ze bekent me dat ze gestopt is het nieuws met beeld te volgen. Ze houdt het bij Teletekst, ‘want ik kan het natuurlijk niet maken dat ik helemaal niet weet wat er gebeurt’.
Dan legt ze uit waarom de beelden te ingrijpend zijn. Voor ik het weet zijn we bijna tachtig jaar terug op haar tijdlijn. In de eerste week van de inval in Oekraïne had ze beelden gezien van een half ingestorte flat na een Russische raketaanval. Reddingswerkers droegen een gewond meisje uit de puinhopen. ‘Ik heb zitten huilen op de bank, Frank. Voor het eerst in mijn leven zag ik mijn eigen verhaal voorbij komen. Ik was twaalf toen ons huis door granaten werd geraakt. We zaten in de kelder. Ik was gewond aan mijn benen en werd uit het puin in de kelder getrokken. Twee mannen van het Rode Kruis en mijn broer droegen mij naar het ziekenhuis.’ Bijna tachtig jaar later geeft ze de herinnering de ruimte.
Ik mijmer na over ons telefoongesprek. Die ene granaataanval was voldoende om iemand voor het leven herinneringen mee te geven. Herinneringen van een tiener die er nu nog voor zorgen dat ze bepaalde beelden niet hoeft te zien. Herinneringen die ervoor zorgen dat haar kleinkinderen weten dat oma best een boek voor haar verjaardag wil, maar niet over de oorlog. De wetenschap wat één beschieting kan aanrichten voor nu, voor een heel mensenleven, het maakt oorlogvoering nog zinlozer dan ik al dacht.
Zou jij een vergelijkbaar verhaal vertellen in je preek? Waarom wel of niet? Schrijf je het hieronder?
Wil je feedback op een preek?
Jet Weigand-Timmer
Dank voor het delen van dit verhaal. Ik kende het zeker, want de genoemde broer was mijn vader. Maar goed om het verhaal nu in deze context te lezen!
Paulien Vervoorn
Graag gedaan. 🙂 Zulke verhalen moeten gedeeld worden …