Anne Marie van Briemen spreker preek

In gesprek met Anne-Marie van Briemen over (s)preken

Anne-Marie van Briemen was negen jaar missionair jongerenwerker, onder andere bij de HGJB. Toen sprak ze jaarlijks op de Kerstconferentie, inmiddels staat ze wekelijks op de preekstoel. Sinds september 2012 is ze predikant van de Protestantse Gemeente in Boskoop (Zijdekerk). Vanaf maart 2019 in Alphen aan den Rijn. 

 

Ik vind jou een Geloofwaardige Spreker. Wat betekent dat voor jou?
Tja. Dat zijn wel grote woorden. Maar nu je ’t me zo vraagt, in ieder geval hóóp ik altijd dat wat ik zeg geloofwaardig is. Dat de manier waarop ik spreek, matcht met de inhoud.

 

Hoe vond je het als kind om een spreekbeurt in de klas te houden? 
Daar heb ik wel goede herinneringen aan. Ik vond het leuk-spannend om te doen en ik weet ook de onderwerpen nog. Mijn eerste spreekbeurt ging over brood bakken, omdat ik bakker wilde worden (ergens onderweg is dus blijkbaar toch iets misgegaan) en mijn tweede over kippen (die hadden we thuis). Voor beide spreekbeurten had ik een hoog cijfer, maar dat kwam omdat ik als uitsmijter de klas trakteerde op respectievelijk een zelfgebakken broodje en een chocolade-ei.

 

Wanneer sprak je voor het eerst over bijbelse onderwerpen? 
Ik was als tiener leiding bij de zondagsschool en ik vertelde dan dus een bijbelverhaal aan de kinderen. Ik maakte gebruik van een tijdschrift waar de verhalen in uitgewerkt stonden en ik deed er m’n best voor om het verhaal zo spannend mogelijk te vertellen.

 

Wat pak je nu anders aan dan in het begin? 
Best veel. Ik houd ervan om verhalen te vertellen en mensen daarin mee te nemen. Maar ik doe dat nu wel puntiger, compacter dan voorheen. In die zin ben ik spaarzaam met mijn woorden. Dat komt vooral door de leerschool die ik gehad heb bij de HGJB, waar ik als jeugdwerker onder andere voor jonge tieners sprak. Dan leer je het snel af om lang van stof te zijn. Het dwong me to the point te zijn, omdat de tieners anders zouden afhaken. Van die oefenplek heb ik nu veel profijt.
Ook ben ik meer gebruik gaan maken van de beamer. De sheets laten de bijbelverzen zien waarover ik preek. Ik vind dat belangrijk omdat mensen vaak niet meer gewend zijn om een eigen bijbeltje mee te brengen naar de kerk en daarin mee te lezen. Op deze manier komt de bijbeltekst toch steeds weer in beeld en is het helder dat dát de bron is. Ik houd niet zomaar een verhaaltje – maar we lezen met elkaar uit Gods Woord en ik probeer daar iets van uit te leggen.

 

Aan welke presentatietips heb je veel gehad?
Ga niet gelijk van start als je op een podium of preekstoel stapt, maar kijk eerst even goed rond, tot en met de achterste rij. Zo ‘neem je de ruimte in’, krijg je overzicht en grip. Vervolgens kun je dan in alle rust van start gaan met datgene wat je zeggen mag.

 

Wat kenmerkt jou als spreker?
Ik gebruik eenvoudige taal.

 

Wat merk je van de Heilige Geest in het voorbereiden en tijdens het spreken?
Zonder de werking van Gods Geest is de preek bij voorbaat al kansloos. Echt waar. Tijdens de voorbereiding van de verschillende onderdelen van de liturgie, is het licht en het inzicht van de Geest nodig. Daar bid ik dus ook om in de voorbereiding. Vaak ervaar ik pas tijdens of na de dienst dat het inderdaad weer de Geest was die de verschillende puzzelstukjes van preek, liederen, gebeden op z’n plek laat vallen en er één geheel van maakt. Dat bedenk ik echt niet zelf. Dat blijft bijzonder. Woord en Geest zijn onlosmakelijk verbonden.

 

Waar kun je soms gefrustreerd van raken tijdens je voorbereiding? 
Dat het vaak zó hard ploeteren is om tot iets te komen. Om de rust te nemen om te mediteren. Om vanuit je exegese te komen tot een vertaalslag naar het leven van alledag. Om iets ingewikkelds in eenvoudige woorden te zeggen. Om een heldere lijn in de preek te hebben. Dat zijn allemaal dingen waar ik in de voorbereiding aan werk, maar het frustrerende is dat het niet af te dwingen is. De preek moet ook de tijd krijgen om te rijpen in je hoofd en hart. Daarom begin ik ook al op maandag in de week voorafgaand aan de zondag. Dat is tegelijkertijd ook wel het mooie van mijn werk als predikant. Het tekstgedeelte voor de aankomende zondag zit in m’n hoofd als ik in die week mensen ontmoet. Zij vormen de klankkast van de tekst en dat helpt soms ook om de preek op papier te krijgen.

 

Hoe doorleef je je eigen preken in de voorbereiding? 
De voorbereiding lukt mij niet zonder er zelf met huid en haar bij betrokken te zijn. Ik preek dus ook voor (of tegen) mezelf en in de voorbereidingen kom ik zelf mee.

 

Wat wil je bereiken met jouw spreken? 
Ik ben er van overtuigd dat God spreekt via de Bijbel en dat het er daarom toe doet om eruit te lezen en te leven. Ik hoop dat mijn spreken een ander helpt om te ervaren dat de Bijbel over zijn eigen leven gaat.

 

Welke preek zal jou altijd bij blijven? 
Ik ging bijna nooit voor in kerkdiensten, maar in november 2011 belandde ik op een zondagochtend in Boskoop, om daar een kerkdienst te leiden in de periode waarin de gemeente zonder predikant zat. Het was de laatste zondag van het kerkelijk jaar – de zondag dat gestorven gemeenteleden herdacht worden. Een belangrijke dienst voor de gemeente en daar kwam ik dan – als onbekende gastvoorganger. Mijn preek ging over hoe Jezus omgaat met het verdriet van de zussen van de gestorven Lazarus. Het was een intense dienst, waar ruimte was voor verdriet, vragen en rouw, maar juist ook hoop en troost. Het bleek bij de gemeente veel meer losgemaakt te hebben dan ik me had kunnen voorstellen. En ik had in de verste verte niet kunnen vermoeden dat naar aanleiding van die kerkdienst, de gemeente van Boskoop mij uiteindelijk zou vragen of ik niet hun predikant zou willen worden. Daarin zie ik de hand van God.

 

Op welke momenten heb je last van podiumvrees?
Podiumvrees heb ik niet, maar ik ben voorafgaand aan een kerkdienst wel altijd gespannen. Het lijkt misschien of ik het zo uit m’n mouw schud, maar dat is niet zo. Als de dienst eenmaal bezig is, valt de spanning wel weg en ik geniet ook echt van het voorgaan in een eredienst. Ergens denk ik dat het goed is dat er altijd die spanning is. Het is een reminder dat ik afhankelijk ben en blijf van God.
Ik moet denken aan het gedicht van Jaap Zijlstra. Het heet V.D.M. – dat staat voor Verbi Divini Minister (dienaar van het Woord van God). Het is een gedicht over predikant zijn. Voor mij zegt dit gedicht dat het absoluut niet gaat om mij als voorganger, maar om Christus. Als Hij zichzelf niet had gegeven, wat zou ik dan nog te zeggen hebben?

 

V.D.M.

Als hij
zijn mantel van sterren
niet had afgedaan,
niet
in zijn onderkleed

had gestaan,
begaan
met onze vuile voeten,
niet naakt
aan de paal was gegaan,
mijn God,
wat moet ik
met mijn toga aan.

 

Bron foto: Protestantse Gemeente Boskoop

 

Wekelijkse inspiratie voor (s)prekers in je mailbox?

Laat je gegevens achter. Je ontvangt dan binnen tien minuten de checklist in je mailbox. Daarnaast ontvang je regelmatig een mail over (s)preken.
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]

mm
Paulien Vervoorn
paulien@geloofwaardigspreken.nl

Spreker, trainer en auteur. Geeft (s)preektrainingen aan sprekers, voorgangers en predikanten die met nog meer impact willen spreken.

1 Comment
  • Dag dominee Van Briemen. U kent mij niet maar ik heb er behoefte aan – als van mens tot mens – tot troost. Dit om reden van het kranteninterview in het AD. Gelooft u mij maar dat ik uw hartzeer en uw gevoel van onbegrip begrijp. Maar ik zeg ook dat het vandaag de dag niet nodig is om met dit verdriet uw leven door te gaan. Als gelovige – ik heb me een maand geleden (78 jr) PKN laten dopen. Ik houd van de verbintenis. Ik heb me verantwoord tegenover de gemeente en heb publiekelijk gezegd dat God alleen liefde is, alleen liefde en dat hij Zijn Zoon heeft gezonden om dit aan ons door te geven. Naastenliefde is zoals u weet het grootste goed wat de mens kan bezielen.
    God houdt van alle mensen die in hem geloven, er is geen restrictie ongeacht hun identiteit. Homoseksualiteit is genetisch bepaald en niemand kan er iets aan doen of hij of zij homo of hetero is. De grootste schreeuwer binnen of buiten de kerk moet er zich rekenschap van geven dat hij of zij heel goed homoseksuele nazaten kan krijgen. Jos Brink is tot het laatste toe pastor geweest en was voor vele mensen een alom gerespecteerd mens. Trekt u zich ook hieraan op. Ik wens u heel veel geluk met uw geliefde en in en rondom uw kerkgemeente. Met vriendelijke groet, Peter Herdingh, Soest.

    november 20, 2017 at 8:24 pm

Plaats een reactie