paulien vervoorn india collecte thuisgemeente parousia woerden

[Column] Kerk met aardbeientaart

Pinksteren 2021. Sinds een paar weken kan ik me weer aanmelden voor een fysieke kerkdienst in mijn thuisgemeente. Mijn kerk koos lange tijd voor livestreams en veel zondagen preekte ik elders. Nu mag en kan ik weer. Maar gek genoeg merk ik aan mezelf dat ik niet eens zo’n zin heb. Omdat ik een collectepraatje mag houden voor India, ben ik vanmorgen toch van de partij.

 

Ik ben een halfuur te vroeg, zodat ik zo nodig nog wat kan afstemmen over mijn praatje. Op anderhalve meter plof ik naast Ria neer, die ik sinds mijn laatste kerkbezoek in september niet meer heb gezien. Ik vind het fijn om weer een beetje van elkaars leven op de hoogte te raken.

 

De dienst verloopt bijna als vanouds. We zingen dan wel niet, maar we gaan wel staan als de band speelt. Ik praat de gemeente bij over mijn contacten met artsen in India en een QR-code komt in beeld. De kinderen zijn er dit keer de hele dienst bij, omdat de kinderdiensten nog niet zijn opgestart. Voor me zit Matthias. Tijdens de preek vouwt hij een vliegtuigje. Af en toe staat hij op om zijn vliegtuigje – met de bijbehorende geluiden – door het luchtruim te bewegen. Vanuit zijn ooghoeken houdt hij in de gaten of ik wel belangstelling heb voor zijn vouwsel.

 

Het lukt me niet zo goed met volle aandacht naar de preek te luisteren. Thuis zou ik er iets op hebben bedacht: doorscrollen, ondertussen de vaatwasser uitruimen of de preek een keer in de auto verder beluisteren. Nu ik eenmaal in de dienst zit, luister ik anders. Als we worden gewezen op de mogelijkheid van gebed na de dienst, reflecteer ik als vanzelf op mijn eigen geloofsleven.

 

Na afloop van de dienst klets ik met Chris. ‘Je pakte wel meteen weer je podium, he?’ zegt hij met een grijs.

‘Haha … vond je het té? Had ik een korter collectepraatje moeten houden?’

‘Welnee!’

We bedenken dat we nodig weer een keer samen moeten gaan wandelen. Zijn dochter Sterre komt erbij staan. ‘Paaaaaaa-aaaaap. Gaan we nou?’

‘Ja, bijna.’

‘Ik ga zo aardbeientaart eten’, vertelt Sterre me met een gelukzalige glimlach.

‘Oooooh. Jij vertelt mij gewoon dat je aardbeientaart gaat eten?! Je maakt me jaloers! Mag ik het adres? Dan kom ik ook.’

Dat blijkt niet te kunnen, want het is he-le-maal in Bodegraven. ‘Nou ja, je mag het natuurlijk ook altijd langsbrengen.’

Ik geef Chris een elleboog en zeg doei tegen Sterre. Ze huppelt aan Chris’ hand naar de auto.

 

Twee uur later gaat de telefoon. Chris. Waar ik ben. Ze staan met aardbeientaart op de stoep. Ik ben er dus niet, maar Sterre maakt wel even een instructiefilmpje, zodat ik weet waar ik de taart kan vinden. ’s Avonds vind ik het bakje onder een boom in mijn voortuin.

Ik kan me niet herinneren dat ik eerder zo van een stukje aardbeientaart genoot! Tijdens elke hap realiseer ik me dat ik van toeschouwer weer deelnemer ben geworden. Dat ik onderdeel ben van een community. En dat mag gevierd worden, met aardbeientaart!

 

Deze blog verscheen als column in het Nederlands Dagblad van zaterdag 12 juni 2021.

 

Bron foto: Unsplash.

mm
Paulien Vervoorn
paulien@geloofwaardigspreken.nl

Spreker, trainer en auteur. Geeft (s)preektrainingen aan sprekers, voorgangers en predikanten die met nog meer impact willen spreken.

Nog geen reacties

Plaats een reactie