Vijf manieren om stoorzenders het hoofd te bieden
Stoorzenders kunnen je uit je concentratie halen en er debet aan zijn dat je de draad van je verhaal kwijtraakt, waardoor je boodschap niet overkomt. Het is belangrijk bedacht te zijn op zaken die kunnen afleiden. Mark Rutte gaf een goed voorbeeld tijdens zijn nationale toespraak op 14 december. Hij wees naar buiten naar de demonstranten en ging geconcentreerd verder.
Met toestemming overgenomen van Preaching Donkey
Vertaling: Henk van ter Meij
Tijdens preken kun je ook worden gestoord. Je kunt die stoorzenders tijdens preken onderverdelen in interne en externe stoorzenders.
Interne stoorzenders
Deze stoorzenders zitten tussen je oren. Je gedachten gaan tijdens het preken met de snelheid van het licht. Er zijn veel dingen die je tussen het spreken kunt denken.
- Wat wordt mijn volgende woord?
- Komt mijn boodschap over?
- Heb ik mijn punt wel duidelijk gemaakt?
- Eigenlijk voeg ik zelf de daad niet bij het woord!
- Zo naar, die ruzie vanochtend!
- Wie weet denkt persoon X of Y wel dat ik over hem of haar preek!
- O nee, ik heb mezelf vast gepraat!
- Zou iedereen zich nu zitten te vervelen?
Al deze gedachten spoken door je hoofd, terwijl je aan het praten bent. Daardoor wordt het moeilijk dicht bij je boodschap te blijven. Maar niemand weet dat je bent afgeleid, behalve jijzelf.
Er is nog een ander soort stoorzenders, dat net zo afleidend kan zijn. Dat zijn de externe stoorzenders, zoals de demonstranten bij Mark Rutte.
Externe stoorzenders
Deze vorm van afleiding is het gevolg van iets of iemand anders, jij staat erbuiten en je hebt er veel minder invloed op. Een baby huilt, iemand gaat weg of komt juist binnen, iemand zit te hoesten …
Wat kan je hier tijdens het preken aan doen? Is er een manier om stoorzenders, hetzij van binnenuit, hetzij van buitenaf, het hoofd te bieden? Hoewel sommige vormen van afleiding niet vermeden kunnen worden, is het wel mogelijk ze in de hand te houden. Vijf manieren om afleidingen tijdens het preken het hoofd te bieden.
1. Wees voorbereid op stoorzenders, maar probeer ze zoveel mogelijk uit te bannen.
Je moet er rekening mee houden dat er stoorzenders kunnen zijn, maar daar hoef je je niet bij neer te leggen. Probeer de stoorzenders waarover je controle hebt, uit te bannen.
- Als je elke zondag met dezelfde huilende baby hebt te maken, zou je kunnen overwegen betere voorzieningen voor baby’s te realiseren.
- Als er steeds mensen opstaan en vertrekken, zou je kunnen overwegen een uitsmijter bij de deur te zetten.😉
- Als je merkt dat je gedachten steeds weer afdwalen, probeer dan vooraf je hoofd leeg te maken.
2. Bereid je goed voor.
Des te beter je je voorbereidt, des te makkelijker je met stoorzenders kunt omgaan. Als je nog moet gaan bedenken wat je gaat zeggen, ben je niet opgewassen tegen zelfs maar de geringste stoorzender.
Tip: zorg dat je een steengoede preekstructuur hebt!
3. Blijf tegen bijna alles in doorpreken.
Ik heb een keer een oefening meegemaakt waarbij we met z’n vieren tegelijk een preek moesten houden. Dat was een geweldige manier om te leren door te gaan tegen allerlei stoorzenders in. Oefen de vaardigheid te blijven preken, zelfs als je wordt afgeleid. Leer stoorzenders te negeren en concentreer je op wat je aan het doen bent.
4. Loop geen kansen mis, doordat je vastzit aan je eigen schema.
Sommige verstoringen geven kansen om een vraag te beantwoorden of een onderwerp bij de kop te pakken. Sommige verstoringen zijn een mogelijkheid humor te gebruiken. Accepteren dat er een stoorzender is, kan een manier zijn om stoom van de ketel te halen en de stemming te verbeteren. Het kan ongelofelijk onprettig zijn om maar door te gaan en te doen alsof er niets gebeurt, terwijl alle aanwezigen het horen en zien. Dus ook al moet je tegen bijna alles in blijven doorpreken, er zijn momenten waarop je wel op de stoorzender moet ingaan. Dat moet je zelf beoordelen en je moet daarbij je gevoel laten spreken. Maar word nooit boos. Daardoor voelt iedereen zich alleen nog maar ongemakkelijker. Als spreker ben jij degene die de toon zet. Als je van slag raakt of kwaad wordt, voelt iedereen zich opgelaten. Blijf kalm, gebruik humor en reageer luchtig.
5. Bid.
Soms raak je de stoorzender niet kwijt; hij blijft maar in je hoofd zitten. Maar de preek moet doorgaan. Bid terwijl je preekt en vraag aan God of Hij wil helpen. Dat wil Hij. Dat doet Hij.
Wat zijn jouw stoorzenders?
En hoe bied jij het hoofd aan jouw stoorzenders?