[Column] Zin in iets anders
‘Heb je een beetje zin in het nieuwe seizoen?’ vraag ik tijdens een zomerse fietstocht aan Margo.
‘Jazeker. Het is nog steeds geen tijd om met mijn bloemenwinkeltje te beginnen!’
Zij geeft trainingen aan ADD’ers, ik aan (s)prekers. We kunnen heerlijk samen klagen over de hectiek en al het geregel achter de schermen. Zodra ze over haar bloemenwinkeltje begint, weet ik dat de rompslomp zwaarder weegt dan het werkplezier.
Ik vraag me of ze niet eens een alternatief kan bedenken voor dat bloemenwinkeltje dat er toch nooit gaat komen. ‘Kun je geen kookworkshops organiseren? Of mensen coachen bij het verhuizen? Of een restaurantje beginnen in Portugal? En daar retraites opzetten voor ouders die moeite hebben hun kinderen los te laten?’
Ik blijf maar nieuwe dingen bedenken, terwijl Margo allang heeft verteld dat ze vol gas verder gaat met ADD Coaching.
Of ík zin heb in het nieuwe seizoen, vraagt ze. Tuurlijk. Ik ben hartstikke blij met het verschijnen van mijn nieuwe boek Zin in preken. Ik zie ernaar uit er tijdens de trainingen mee aan de slag te gaan. Ik heb geen escape nodig. Ik ben hiervoor gemaakt.
Een paar weken later wandel ik met Arie, ook iemand die trainingen geeft en met wie ik af en toe spar. Of ik een carrièreswitch zou willen maken, wil hij van me weten. Ik vertel hem dat ik mezelf de vraag weleens heb gesteld, maar nooit een antwoord heb bedacht.
De weken erna besluit ik deze (midlife?) vraag toch maar eens te onderzoeken. Samen met een paar intimi brainstorm ik over míjn mogelijke bloemenwinkeltje. ‘Kun je niet terug naar het onderwijs? Of toch voorganger worden? Of geestelijk verzorger, omdat je vaak een klik hebt met ouderen? Of kijken wat er na omscholing mogelijk is binnen de psychiatrie, omdat je dat makkelijk afgaat? Of iets met gevangenen? Buurtwerker?’
Ik vind het opeens spannende vragen. Want zou het kunnen zijn dat ik onbewust geen zin meer heb in Geloofwaardig Spreken, zonder dat ik dat aan mezelf wil toegeven? Sinds drie maanden heb ik een nieuw huis, nieuwe buren, een nieuwe omgeving, een nieuwe kerk, nieuwe kennissen, nieuwe vrienden. Is dat niet even voldoende? En tegelijkertijd merk ik dat ik juist floreer bij veranderingen, dus een nieuwe move in mijn werk kan er ook nog wel bij.
Eerlijk gezegd ben ik opgelucht als ik merk dat ik intens geniet van mijn eerste preektrainingen na de zomervakantie. Ik kan hier vol gas voor blijven gaan. Wel zo eenvoudig.
En toch, die trage vragen hebben me een spiegel voorgehouden. De komende tijd wil ik minderen met activiteiten die me te veel energie kosten. To-dopunten die ik maar bleef doorschuiven, verplaats ik naar mijn mapje ‘ooit of misschien’. Zodra ik er weer zin in heb, zou ik het alsnog kunnen oppakken. Maar nu even niet. Voorlopig richt ik me op dat wat werkplezier geeft. En op mijn ‘bloemenwinkeltje’ waar ik nu al mee kan starten: oog en oor hebben voor de mensen om me heen. Ben ik voor gemaakt.
Deze blog verscheen op zaterdag 24 september als column in het Nederlands Dagblad.