paulien vervoorn trainingen in kerken auto

[Column] Een auto met een strik erop

Tijdens de zomervakantie komen vrienden van me op bezoek. Ze parkeren achter mijn auto en willen, zodra ze binnen zijn, meteen weten wat ermee is gebeurd. Met een lach op mijn gezicht vertel ik dat ik een pilaar heb geraakt én er al een ND-column aan heb gewijd, waarop ik leuke reacties heb gekregen. Meerdere autobezitters met ongelukjes vonden het bemoedigend, anderen haakten in op het punt over het leven van genade. Het leverde een paar mooie gesprekken op over schrammen, krassen en deuken die we in het leven oplopen én veroorzaken.

 

Tijdens de koffie praten we nog even door over auto’s. Waarom zij zoveel mogelijk kiezen voor het openbaar vervoer en af en toe een deelauto regelen. Waarom ik zo goedkoop en zuinig mogelijk wil rijden en dat ik mezelf echt niet heel blij ga maken met een andere auto. Met een beetje zelfspot geef ik aan dat ik hiermee ook wil bewijzen dat ik zo gewoon ben gebleven. En – omdat Louis ook in de kerk werkt, zal hij het vast snappen – ‘mensen vinden altijd iets van je keuzes, misschien ook wel van wat je met je geld doet dat je verdient binnen de kerk’.  Dan zien ze nu in ieder geval dat ik het niet aan een dure auto besteed.

 

Louis knikt en zegt dan: ‘Maar zou je het kunnen vergelijken met kleding? Dat mensen je beoordelen op je kledingkeuze? En dat je er daarom – naast dat het voor jezelf leuk is – representatief wilt uitzien?’ Met z’n drieën praten we erover door dat mensen zouden kunnen denken dat – net  zoals met mijn auto – ik ook nonchalant met de mensen omga die een training bij mij volgen. Over welke kleding niet opzichtig is, maar wel netjes. En welke auto dan bij mij past.

 

Na een nachtje slapen ben ik om. Hij heeft een gevoelig punt geraakt. Natuurlijk wil ik niet nonchalant overkomen. In de ochtend maak ik een afspraak bij een autobedrijf in de buurt. Terwijl ik een proefritje maak, zal de verkoper een rondje rijden met mijn wagentje om de inruilwaarde te bepalen. Die blijkt 200 euro te zijn. Tweehonderd! Secondenlang – of was het misschien wel meer dan een minuut? – kan ik niet meer stoppen met lachen. Mijn fiets is nog meer waard!

 

Uiteindelijk slaag ik bij Jos, bij het autobedrijf waar ik al meer dan tien jaar klant ben. Op de dag dat ik hem kan ophalen, leidt Jos me zelf de showroom in. Daar staat mijn auto. Ingepakt nog wel. Met een grote rode strik erop.

 

Eenmaal op de snelweg bel ik een vriendin om mijn Apple Carplay uit te proberen. ‘Ik heb mijn auto opgehaald’, roep ik. ‘En ik kan er zelfs mee bellen!’

 

Na de rit app ik naar een andere vriendin een foto van mezelf bij mijn auto met strik, aangevuld met een jubelverhaal over de Apple Carplay en de voorruitverwarming, waarvan ik niet eens wist dat die bestond. ‘Dankpunten, toch?’ appt ze terug.

 

En zo is het. Dankbaar ben ik voor de veiligere auto, voor de nieuwe inzichten en voor mijn nieuwe, zwarte ‘outfit’.

 

Deze blog verscheen op woensdag 6 september 2023 als column in het Nederlands Dagblad. 

Tags:
mm
Paulien Vervoorn
paulien@geloofwaardigspreken.nl

Spreker, trainer en auteur. Geeft (s)preektrainingen aan sprekers, voorgangers en predikanten die met nog meer impact willen spreken.

Nog geen reacties

Plaats een reactie