Bouwen van een huis 

Bouwen van een preek

Onderzoeksfase

1. De architect:
2. wordt gevraagd vanwege zijn talent en eerdere geleverde kwaliteit
3. luistert naar zijn opdrachtgever: wie is hij en wat wil hij?
4. verplaatst zich in zijn opdrachtgever
5. interpreteert de wensen van de opdrachtgever en legt dit naast zijn eigen ideeën
6. checkt of zijn interpretatie betrouwbaar is

1. De spreker:
2. wordt gevraagd vanwege zijn functie, talent of om wie hij is en hoe hij anderen inspireert door zijn persoon
3. vraagt na wie zijn publiek is én luistert naar de Heer, zijn grote ‘Opdrachtgever’
4. verplaatst zich in zijn publiek
5. sluit aan bij publiek, maar geeft vooral ideeën van de Opdrachtgever door
6. onderzoekt de bijbel met bijbehorende exegese

Ontwerpfase

1. schetst
2. houdt tijdens de schets rekening met allerlei aspecten, zoals bijvoorbeeld de lichtinval en het aanbrengen van lichtbronnen, diepte creëren door niveauverschillen aan te brengen en kleuren om er een persoonlijke kleur aan te geven
3. bespreekt de schets met de opdrachtgever voordat hij aan de bouwtekeningen begint
4. overlegt met collega’s
5. maakt diverse tekeningen
6. legt het voor aan de opdrachtgever
7. schaaft bij
8. werkt alles tot in detail uit, zodat anderen ermee aan de slag kunnen

1. schetst de grote lijnen van de preek
2. creëert een juiste belichting van de preek en geeft er een persoonlijke kleur aan
3. bespreekt het onderwerp voor met anderen
4. kijkt hoe theologen over dit onderwerp hebben geschreven
5. maakt op grond van eerdere schetsen de opbouw van de preek
6. houdt voortdurend het publiek in het oog en blijft overleggen met de Opdrachtgever
7. schaaft bij
8. werkt toe naar een praktische uitwerking

Uitvoeringsfase

1. maakt de definitieve bouwtekeningen
2. blijft in contact met de opdrachtgever
3. behoudt het overzicht
4. bewaakt het proces
5. rondt het proces af
6. blikt terug
7. maakt revisietekeningen

1. schrijft zijn preek uit / maakt een spreekschema / kaartjes / mindmap
2. blijft in contact met publiek (en met de Opdrachtgever)
3. monitort wat er gebeurt in de zaal
4. ziet het proces en stuurt zo nodig bij
5. laat het los
6. staat open voor feedback
7. verwerkt ervaringen in volgende preken