Lente in de preek: tips voor missionair preken
René van Loon, predikant in Rotterdam, schreef in 2020 het boek Lente in de kerk: impressie van nieuwe en hoopvolle bewegingen. Hij heeft een hart voor de kerk en voor missionair werk. Alewijn Slingerland, predikant in Klundert, gaat met hem in gesprek over de praktijk van de preek en het verlangen naar lente in de preek.
Door Alewijn Slingerland
In 2020 schreef je het boek Lente in de kerk. Waar dacht je aan bij de titel?
Bij lente in de kerk denk ik aan bloesem in oude gevestigde kerken, bloei in talloze internationale gemeenschappen en de groei van nieuwe kerkplanten. Op tal van plekken groeit en bruist de kerk. Ik ging naar oude kerken die weer opbloeiden, nieuwe pioniersplekken en migrantenkerken, en vroeg naar het geheim van hun vitaliteit. Ik zie de lente in nieuwe, hoopvolle bewegingen waar mensen met een niet-christelijke achtergrond tot geloof komen. En ook wel breder in kerken met een nieuwe vitaliteit. We spreken over de kerk vaak met woorden als krimp, vergrijzing en kerksluiting, maar die kerkverlating houdt een keer op. Ik denk dat deze beweging van lente in de kerk doorzet.
Zie je ook een lente in de preek?
Helaas zag ik die lang niet overal. Maar wat ik wel steeds zag: mensen die op zoek zijn naar vernieuwende inzichten vanuit de Bijbel. Bij Noorderlicht, een sterk groeiende gemeente in Rotterdam, ontmoette ik iemand die zei: ‘Ik zocht naar goede muziek én een goede boodschap, en hier vind ik die.’ Goede en eigentijdse muziek vind ik zeker een punt van aandacht, maar uiteraard ook de boodschap die je brengt. Ik vind het daarom terecht dat er de laatste jaren veel tijd en aandacht wordt geïnvesteerd in preken. Natuurlijk is het moeilijk te zeggen wat het effect daarvan is. Kerkgangers zijn kritischer geworden op de manier waarop de boodschap wordt gebracht, maar de preken geven zeker een kans om de boodschap op een goede manier door te geven aan mensen met een niet-christelijke achtergrond.
In je boek Lente in de kerk pleit je voor een omslag van doemdenken naar verwachtingsvol denken. Heeft dat ook te maken met hoe we preken?
Dat heeft alles met preken te maken: hoe wordt er gepreekt over God en over het werk van zijn Geest in deze wereld? Als de focus ligt op wie God is en op zijn mogelijkheden, dan wordt de horizon van de gemeente vanzelf breder.
Hoe preek je missionair? Heb je een paar tips?
Missionair preken is voor mij dat je je in je preek realiseert dat er mensen luisteren die nog niet zoveel weten van het geloof. Hoe ik dat zelf doe?
Ik probeer bijvoorbeeld niet uit te gaan van een bepaald kennisniveau.
- Vermijd zinnetjes als: ‘Zoals we allemaal wel weten …’
- Let op woordgebruik. Formuleer je zinnen eenvoudiger dan dat het in jouw gedachten opkomt.
- Train jezelf in het vermijden van deze zinnetjes en ingewikkeld taalgebruik. Check je preek of die eenvoudig genoeg is.
- Spreek mensen persoonlijk aan. Dat ben ik zelf ook gaan doen. Eerst gebuikte ik vooral ‘we’, later werd dat ‘u’, nu zeg ik vaker ‘je’.
- Leg steeds een brug naar het heden en naar het gewone leven.
- Leg jezelf niet op dat je elke week een oproep tot bekering zou moeten doen, maar vlecht die zo mogelijk op een natuurlijke manier in je preek.
- Vertel verhalen. Verhalen werken verbindend tussen mensen van verschillende generaties en ook tussen trouwe kerkgangers en nieuwkomers.
Wat vind je zelf lastig bij het maken van een (missionaire) preek?
Wat ik moeilijk vind is om niet in hetzelfde riedeltje richting de mensen te vervallen van meer bidden, meer rust nemen, meer met de Bijbel bezig zijn. Ook vind ik het vaak lastig om tot een heldere kernboodschap van de preek te komen.
Iets anders wat ik vaak lastig vind, is het vinden van rust en tijd om op tijd te starten met de voorbereidingen. Er zijn altijd wel afspraken en dingen waarvan ik denk dat die prioriteit hebben …
Wat is voor jou ‘op tijd beginnen aan je preek’?
Liefst doe ik in het begin van de week de exegese en werk ik gaandeweg de week de preek verder uit. Maar dat lukt dus niet altijd. Pas op zaterdagavond ben ik zover om de complete preek uit te schrijven.
Al ben ik vaak laat klaar, ik heb wel altijd een compleet uitschreven preek bij me. Die kunnen de mensen na de dienst ook meenemen, klein bedrukt op beide zijden van een A4. Ik wijk gerust van mijn tekst af, maar nooit heel veel. De uitgeschreven preek geeft mij rust.
Hoe kom je, als je preekt, in gesprek met je hoorders?
Een belangrijk punt! Het werkt volgens mij net als in een normaal gesprek. Daarom is spreektaal zo belangrijk. Niet alleen maar beschrijvende zinnen, maar ook zo nu en dan een uitroep. En ik laat ook graag een stilte vallen om de mensen echt te laten meedenken. Ik stel vooral vragen. Soms bouw ik een hele preek op rond een vraag. Dan probeer ik de gemeente als in een detective te laten meezoeken naar het antwoord.
Ik laat gerust iets van mijn eigen emoties en weerstanden zien. Als het gaat om de weerstanden heb ik geleerd om niet over mensen praten, met zinnetjes als ‘Er zijn mensen die vinden …’. Ik ga het gesprek aan met de mensen die voor me zitten of met de mensen die de preek thuis online bekijken. Ik zeg dus ook hier ‘je’ en ‘jij’.
Je preekt al zoveel jaren. Experimenteer je weleens met nieuwe dingen?
Zeker. Met mijn stemgebruik bijvoorbeeld. Juist bij het voorlezen van de Bijbel heb ik me erin geoefend mijn stem ook op andere manieren te gebruiken. Met meer drama. Dat helpt me ook weer bij het preken. En als het gaat om de opbouw van de preek doe ik het graag eens anders. Preken is ook durven.
Hoe voel je je, als je na het preken thuiskomt?
Dat is heel wisselend. Als ik het gevoel heb dat de preek geland is, kan ik heel blij zijn. Soms voel ik me somber en leeg. Maar eigenlijk is dat laatste ook wel weer goed voor me. Het houdt me klein en afhankelijk. En het stimuleert me om er weer helemaal voor te gaan. Voor de lente in de preek!
Wekelijkse inspiratie voor (s)prekers in je mailbox?
Bron foto: Koos van Noppen, IZB.