paulien vervoorn theatersport

[Column] Een cursus ‘Ja, en …’

Een cursus ‘Ja, maar’ ‘Ja, en …’

 

‘Ik ben de buurvrouw van vier huizen verderop. Kunnen mijn vijf kinderen bij jou logeren? Ik ga op wereldreis!’

 

Ik volg een cursus theatersport. Een van de opdrachten die ik en mijn medecursisten krijgen: doe alsof je bij iemand aanbelt en vraag om een gunst. De gekste verzoeken komen voorbij. Wil je de dekbedden met bedwantsen wassen voor me? Wil je mijn trap schilderen? O ja, koop je dan ook de verf even zelf – tuurlijk, ik betaal je terug.

 

Theatersport kent een aantal principes. Het belangrijkst is het ja-en-principe: je volgt de ander altijd vol overgave én voegt iets toe. Daarom luidt het antwoord op de vraag van de buurvrouw van vier huizen verderop: ‘Tuurlijk! We hebben zelf al zeven kinderen. Vijf meer of minder maakt niet uit. Gezellig!’

 

Na de warming-up komen de oefeningen om ons klaar te maken voor theatersportwedstrijden. twee teams van vier personen krijgen input vanuit het publiek en improviseren vervolgens een grappige of spannende scène.

 

Ik blijk samen met drie anderen opeens op een beurs te staan. ‘Wat verkoopt deze standhouder?’ vraagt Jorieke, onze theatersportdocent, aan de mensen aan de kant. ‘Een Tupperware-bakje’, roept iemand. ‘En wat is er bijzonder aan?’ ‘Dat ie wifi heeft.’ ‘Ja, en dat je met een app kunt zien wat erin zit!’ roept een ander. De standhouder en de ontwerpen van het bakje mogen allebei niks zeggen, maar wel gebaren maken. Vóór hen twee personen die hun stemmen vertolken. Ik ben de stem van de standhouder.

 

De standhouder begint te gebaren. Ik verzin er tekst bij en houd ondertussen in de gaten of ik mijn mond moet houden, omdat de expert iets wil ‘zeggen’. Of omdat ‘zijn stem’ zich opeens laat horen. Echt multitasken dit.

 

Na elke oefening lachen we om onze fouten en bespreken we wat we geleerd hebben. Soms kabbelt het spel of volgt iemand te veel zijn eigen spoor. Dan zegt Jorieke tegen de een dat hij wat meer initiatief mag nemen, en tegen de ander dat hij wat meer ruimte mag geven. Je laat elkaar stralen. Iedereen draagt bij. Iedereen is nodig.

 

Ik geniet, omdat ik bij voorbaat weet dat het antwoord niet ‘Ja, maar …’ is, maar ‘Ja, en …’. Hoe mooi zou het zijn als we dit principe in de kerk wat vaker toepassen. Als gemeenteleden vanaf de zijlijn iets mogen roepen over liturgie of missionaire activiteiten. En zich vervolgens laten uitdagen om te improviseren. Je maakt gebruik van elkaars sterke kanten. Je lacht om je fouten. Je evalueert. Originele ideeën poppen vanzelf op en monden uit in verrassende initiatieven. Iedereen draagt bij. Want iedereen is nodig.

 

Deze blog verscheen woensdag 14 juni 2023 als column in het Nederlands Dagblad

 

Bron foto: Cultureel Studentencentrum.

Tags:
mm
Paulien Vervoorn
paulien@geloofwaardigspreken.nl

Spreker, trainer en auteur. Geeft (s)preektrainingen aan sprekers, voorgangers en predikanten die met nog meer impact willen spreken.

Nog geen reacties

Plaats een reactie