paulien vervoorn preek sdok egypte vrede irene

[Column] De God van Irene

Op een zondagmorgen preek ik in een missionaire setting. Ik vermoed dat voor een heel aantal van de bezoekers het stuk uit Filippenzen 4 nieuw is. Zelf ken ik de teksten bijna uit mijn hoofd. Prachtige teksten over de vrede van God die alle verstand te boven gaat.

 

Om het dichtbij te brengen vertel ik een verhaal uit Egypte. Van een meisje van zeven die tegen haar vader zei: ‘Pap, sinds we christen zijn, zijn we gevlucht, zien we opa en oma niet meer, hebben we minder spullen, minder geld en zijn we minder veilig.’ Haar vader vroeg: ‘Zou je nog terug willen?’ ‘Nee’, zei ze. ‘Want er is niks mooiers dan Jezus!’

Wat een uitspraak!

‘Nou!’ beaamt een zestiger op de derde rij.

 

Ik vertel dat Stichting De Ondergrondse Kerk me had uitgenodigd om met ex-moslims in gesprek te gaan. De rode draad in al die gesprekken: dat ze nu een vreugde kennen die die ze eerder niet kenden. En vrede, in soms bizarre omstandigheden.

 

‘Ook al verschillen onze omstandigheden met die van de mensen in Egypte, ik geloof dat God – als we snakken naar innerlijke rust – die vrede ook aan jou en mij wil geven’, zeg ik.

 

En toch heb ik de neiging me in te dekken. ‘Als ik Paulus zijn teksten had moeten redigeren, zou ik als feedback hebben gegeven dat het een beetje over the top is. Altijd verheugd. Vraag in alle omstandigheden wat je nodig hebt … De vrede die alle verstand te boven gaat ‘Het lijkt een beetje hyper’, zeg ik. Waarop de vrouw op de derde rij hartgrondig nee schudt. ‘Soms kun je van die momenten hebben, waarop je het even niet voelt’, zeg ik. ‘Voel jij het wel altijd?’

‘Niet altijd, meestal wel’, zegt ze. ‘Het borrelt op!’

‘Wat heerlijk!’

 

Ik ga verder met mijn preek. Over hoe je die vrede ontvangt. Drie hints uit Filippenzen 4: 4 tot en met 9 horen daarbij. Wat vrede te maken heeft met vreugde en hoe je daar ook steeds voor kunt kiezen. Wat vrede te maken heeft met vriendelijkheid. En wat vrede te maken heeft met vragen.

 

Ik benadruk dat je alles kunt vragen wat je nodigt hebt. Meer van die vrede bijvoorbeeld. Ook als die niet altijd bij je opborrelt zoals bij …

 

‘Hoe heet je?’ vraag ik spontaan. Gewoon omdat ik dat leuk vind.

En dan zegt deze vrouw die – hoor ik later – vijf jaar geleden tot geloof kwam: ‘Ik heet Irene.’

 

Ik vertel dat haar naam is afgeleid van het Griekse woord dat Paulus in dit stukje gebruikt voor vrede. ‘Dan zal de God van de vrede met u zijn.’ (vers 9).

Zo is het. De God van de vrede, de God van Irene, is met je. Laat die vrede maar borrelen.

 

Deze blog verscheen op woensdag 5 april als column in het Nederlands Dagblad. 

 

 

Tags:
mm
Paulien Vervoorn
paulien@geloofwaardigspreken.nl

Spreker, trainer en auteur. Geeft (s)preektrainingen aan sprekers, voorgangers en predikanten die met nog meer impact willen spreken.

Nog geen reacties

Plaats een reactie