[Column] Te moe voor mijn eigen feestje
Vlak voordat de gasten komen, doe ik mijn feestjurk aan en spuit wat glitters in mijn haar. De tompoucejes – met een foto van de cover van mijn nieuwste boek – staan klaar.
Trainingsbureau Geloofwaardig Spreken bestaat tien jaar en mijn nieuwste boek Zin in preken verschijnt. Dat is een feestje waard. Een paar maanden van tevoren liet ik uitnodigingen maken met een foto waarop ik tien kaarsjes uitblies. De afgelopen weken was ik moe van alle verhuisstress en had ik er opeens minder zin in. Een week van tevoren had ik nog steeds geen inspiratie voor een speech. Maar dus wel zestig mensen op de gastlijst. Een beetje paradoxaal voelde het wel: een boek schrijven met de titel Zin in preken en zelf geen zin hebben om te speechen.
De eerste mensen druppelen binnen. Onafhankelijk van elkaar zeggen velen van hen -zinspelend op de titel – dat ze er zin in hebben. ‘Ik ook!’
Anderhalf jaar werkte ik aan 52 preekideeën over bidden, de Bijbel laten spreken, plannen, je preek ontwerpen, je hoorders bij je verhaal betrekken, hardop oefenen en reflecteren. Wat ik zelf heel waardevol vind, is dat veertig (s)prekers hun verhalen en voorbeelden toevoegden. Van Mozaiek tot PKN en van het Leger des Heils tot hersteld hervormd. Meer dan de helft van hen is vanmiddag aanwezig. Zodra ik over hen praat, voel ik altijd een glimlach op mijn gezicht. Een glimlach die me vertelt dat ik wel degelijk zin heb in deze middag, maar niet op de manier die ik mezelf had opgelegd. Ik heb helemaal geen zin in een livestream of een professionele video die ik daarna via de social media zou kunnen verspreiden. Ik ben een beetje klaar met al die hybride dingen, waardoor ik niet met 100 procent van mijn aandacht in het moment kan zijn. We vieren het daarom vanmiddag gewoon informeel met bijdragen van diverse (s)prekers en interactieve momenten. Dat is waar ik zin in heb.
In het kader van de co-creatie bedank ik zelfs de fotograaf voor de offerte en vraag ik iedere aanwezige een foto te maken. Na afloop ontvang ik de foto’s waarop de uitgever het boek aan me overhandigt, foto’s waarop ik met mijn nieuwe boek sta te shinen en foto’s waarop ik een stukje voorlees uit eigen werk. Ik zie op beeld hoe ik me voelde. Blij. Zodra die in de social media verschijnen, komen de felicitaties. En de complimenten op de perfecte match tussen mijn gele jurk en de gele cover van mijn boek.
Bij thuiskomst vragen vriendinnen via WhatsApp hoe het was. Ik stuur een van de foto’s door, van mij in mijn gele jurk. Maar met een verhaal erbij dat heel ergens anders over gaat. Over het einde van het feestje, toen een evangelische spreker dankte voor de middag. Over een ander die bad of we ons als sprekers altijd afhankelijk mogen blijven weten van onze God. En over Johan die afsloot. Hij bad om een zegen voor alle kerken en parochies waar het boek naartoe gaat. Daarna bad hij: ‘Kom, Heilige Geest. Vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in ons het vuur van uw liefde.’ En ging ons voor in een gezamenlijk Onze Vader. De protestantse versie en de katholieke klonken door elkaar. We waren er even stil van. In dit heilige moment maakte Johan een kruisteken. Het staat niet op de foto of op de video. Maar voor mij is dit zoveel belangrijker dan een perfect plaatje. We vinden elkaar in de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Daar word ik pas echt blij van.
Deze blog verscheen op zaterdag 30 juli 2022 als column in het Nederlands Dagblad.