In gesprek met rabbijn Lody van de Kamp

Al vele jaren verzorgt Lody van de Kamp spreekbeurten over Israël en het Jodendom, veelal ook binnen christelijke kringen. De orthodox-Joodse Rabbijn is gepensioneerd, maar doet het zeker niet rustig aan. Hij is schrijver, publicist, zakenman en politicus voor het CDA in Amsterdam. Waar hij over het algemeen als een zeer belezen man uit de hoek komt, gooit hij er op onverwachte momenten een grap in. ‘Ik ben slechts een half afgestudeerde dominee… Ik ben nooit verder gekomen dan het Oude Testament.’

 

door Bettina Vlot

 

1. ‘Vroeger sloegen ze ons dood, nu knuffelen ze ons dood’, grapte u in een interview over christenen.

Lachend: ‘Dat vinden niet alle protestanten aardig van mij, dat ik dat heb gezegd.’ Vervolgens, op serieuze toon: ‘Na spreekbeurten staat er soms ineens een man of vrouw voor me die zegt: “Ik hou zo van u.” Op zo’n moment bedank ik vriendelijk, maar soms zou ik willen vragen waarom. Wat zijn uw verwachtingen? En als ik nou niet voldoe aan die verwachtingen? Als ik u nu eens zou vertellen wat ik in het diepst van mijn hart geloof over Jezus Messias? Houdt u dan nog steeds van mij?’

 

2. Hoe zou u het graag zien, de relatie tussen Joden en christenen?

‘Vooral jezelf blijven. Ik ben geen voorstander van de Joods-christelijke dialoog; wij gaan kijken hoe de christen de zondag viert en de christen moet gaan kijken hoe de Jood de Sabbat viert. Een vriend van me zei het eens zo: we moeten allebei onze eigen pyjama aanlaten. Niet een beetje aardig tegen elkaar doen, maar je verschillen uitspreken en elkaar daarin respecteren. Zo zie ik de relatie synagoge – kerk. We leven allebei bij de gratie Gods.’

 

 

 

3. U bent een van de sprekers voor de jubileumcampagne waarin de Reformatie wordt gevierd: 500 jaar Protestant: Geloofwaardig. Daar ‘moesten’ wij natuurlijk wat mee…

Als ik aan de Reformatie denk, denk ik aan Luther. De kerkhervormer die zijn 95 stellingen op de kerkdeur timmerde. Maar die ook zijn haat jegens Joden niet onder stoelen of banken stak…

‘Luther wordt vaak geassocieerd met antisemitische uitspraken, maar hij was een product van de Rooms-Katholieke Kerk. De Reformatie gaat niet alleen over Luther die zijn stappen nam, het is een proces waar honderden jaren overheen zijn gegaan. Aan de ene kant heeft de joodse gemeenschap hier onder te lijden gehad, maar aan de andere kant heeft ze ook profijt gehad van de verlichting die mede in die periode is ontstaan. Wat ik heel interessant vind aan Luther is dat hij aanvankelijk dacht het Jodendom mee te kunnen nemen. Wij laten ons echter niet door de kerk meenemen, tot grote teleurstelling van Luther. Dan valt hij toch weer terug in de oude tradities die hij heeft meegekregen.’

 

4. Welke spreker in de Bijbel inspireert u?

‘Het is misschien een beetje afgezaagd, maar Job. Hij krijgt de ruimte om ook te klagen tegenover G’d. Wij zien in de Tenach vaak profeten of leiders die precies doen wat G’d wil. Job echter buigt zijn hoofd niet en zijn beschuldiging is heel open. Dat vind ik heel inspirerend. Het toont dat je als mens ook het recht hebt – misschien zelfs wel de plicht – om eerlijk tegen G’d te zeggen wat je van Hem vindt. Om op die manier dichter tot G’d te komen.’

 

5. Spreekt een Jood anders dan een christen?

‘Hij spreekt vanuit een ander kader. Wij denken vaak dat we in ieder geval het Oude Testament gemeen hebben, het Nieuwe Testament niet. Het verschil tussen Jodendom en Christendom begint echter al bij Genesis. Het gaat niet alleen over de vraag of Jezus de Messias is, maar ook over het verstaan van de Bijbel. Ik lees die niet vanuit het Nieuwe Testament, zoals christenen. Als ik het over het Paasoffer heb, heb ik het over het Paasoffer. Een christen heeft het over het bloed van Jezus. We spreken op een totaal andere manier.’

 

6. Wat verstaat u onder geloofwaardig spreken?

‘Eerlijk spreken, ook richting jezelf. Daarmee bedoel ik dat je staat achter wat je zegt en geen grotere woorden in de mond neemt dan je zelf kunt verantwoorden. Dat je zelfs de ruimte neemt om te vertellen over je eigen twijfels, terughoudendheid of in gebreke blijven.’

 

7. Hoe open bent u tijdens spreekbeurten?

‘Als het gaat over onderwerpen die moeilijk zijn voor mensen bouw ik een zekere verantwoording in. Als ik bijvoorbeeld spreek over het thema Messiasverwachting in het Jodendom komt onvermijdelijk de vraag: wat vindt u van Jezus Messias? Over het algemeen laat ik dan nooit het achterste van mijn tong zien. Dat zou kwetsen en daarvoor ben ik niet gekomen. Ik probeer me altijd te realiseren dat er veel verschillende mensen in de zaal zitten. Een theoloog of dominee krijgt van mij niet altijd antwoord, omdat ik me realiseer dat ook die aardige mevrouw in de zaal zit die de Bijbel in alle eenvoud verstaat.’

 

8. Binnen het Jodendom is het stellen van vragen elementair. Hoe uit zich dat in uw spreekbeurten?

‘De meeste van mijn spreekbeurten bestaan uit drie kwartier praten en drie kwartier vragen stellen. Mijn stelling daarover is wel dat het beter is met vragen te leven dan met dubieuze antwoorden. We zijn gauw geneigd om antwoorden te vinden op onze vragen, zodat we er mee kunnen leven.’

 

9. U daagt uit om met vragen te durven leven?

‘Wij denken vaak het grootste deel te begrijpen, maar dat kleine beetje niet. Het is precies andersom. We weten niet waarom G’d de wereld geschapen heeft. We hebben geen idee waarom we worden geboren. We weten niet waarom we 20, 40 of 80 jaar leven. Waarom wordt een kindje geboren om na twee jaar te overlijden? Waarom wordt de een geconfronteerd met ziekte en de ander niet? Als je alles bij elkaar optelt, zijn er zoveel vragen. Diepe vragen zijn niet te bevatten. Veel essentiëler is: hoe ga ik er mee om?’

 

10. Hoe gaat u om met moeilijke vragen?

‘Ik hoorde eens iemand zeggen: Ik begrijp de boekhouding van de kruidenier op de hoek niet, denk je dat ik Gods boekhouding begrijp? Voor mij als Jood is de Bijbel van kaft tot kaft waar, of ik het kan begrijpen of niet. Het Woord van G’d overstijgt mijn bevattingsvermogen. Behalve dat de Bijbel mij een soort handleiding geeft, heb ik een bepaalde taak gekregen. Als ik hier dan toch ben, wil ik proberen naar die verantwoordelijkheid te leven.’

 

11. Waar in het Westen het hoofd de boventoon voert, is binnen het Jodendom veel meer aandacht voor het hart. Hoe kunnen we meer leven vanuit ons hart?

‘Mag ik een voorbeeld geven? Als het gaat om vluchtelingen in Nederland vertelt mijn ratio mij: er stroomt een aantal miljoen vluchtelingen richting Europa. Allemaal mensen die kwalijke dingen zouden kunnen doen, wiens godsdienst haaks staat op mijn godsdienst. Als ze hier komen, nemen ze ons werk, onze vrouwen en onze huizen. Ik generaliseer enorm. Dat is allemaal ratio. Vervolgens heb ik één vraag: stel dat jouw kind op de vlucht is. Dan zou je toch ook wensen dat het wordt geholpen? Dan gaat je hart spreken. Leven is een combinatie van ratio en emotie, verstand en hart. Voor mij is de Bijbel een handleiding in hoe je die combinatie moet gebruiken.’

 

12. Hoe kunnen we meer spreken vanuit het hart?

‘Het aandurven om deze dingen te zeggen. Spreken wordt zo snel gevoed vanuit de ratio. Je ratio mag je niet onafhankelijk van je emotie gebruiken. Andersom ook niet. Verplaats je in het verhaal en vraag jezelf af wat je zou doen als jij je in die situatie zou bevinden. Dan gaat je hart vanzelf spreken.’

 

 

Lody van de Kamp schrijft ook romans. In januari 2017 verscheen zijn nieuwste roman Sara, het kind dat op transport ging.

 

Deze blog is geschreven door Bettina Vlot die namens Geloofwaardig Spreken in gesprek ging met Lody van de Kamp.

Wil je ook een keer in gesprek met een inspirerende spreker en/of een gastblog schrijven?

Neem contact op over de mogelijkheden! 

 

mm
Paulien Vervoorn
paulien@geloofwaardigspreken.nl

Spreker, trainer en auteur. Geeft (s)preektrainingen aan sprekers, voorgangers en predikanten die met nog meer impact willen spreken.

Nog geen reacties

Plaats een reactie