In gesprek met Rocco Rausch over preekvoorbereiding

Als Haagse kwajongen werd Rocco Rausch door God in zijn nekvel gegrepen. Sindsdien zet hij zijn passie in om het vuur van God in mensen te ontsteken. Donker Brabant is daar een goede plek voor. Niet makkelijk, maar wel goed. Rocco Rausch is sinds 2010 predikant van de Evangelische Baptisten Gemeente te Tilburg. Hij is getrouwd met Ilonka en samen hebben ze 3 kinderen.

 

door Agnes van den Broek

 

1. Hoe evalueer je je eigen preken?

Dat proces begint maandagmorgen. Ik maak mezelf leeg van de zondag, de vorige preek en de dienst en ik laat me vullen door God. Soms is dat vullen een terugluisteren van de preek ervoor. Ik stel mezelf vragen als: ‘Wat valt op?’, ‘Wat kan ik meenemen?’, maar ook: ‘Wat moet ik laten?’ Ik neem daar rustig de tijd voor.

 

2. Hoe bereid je een preek voor?

Ik begin op maandag pas met mijn tekst nadat ik me leeg gemaakt van de vorige preek. Ik print hem uit en ga strepen zetten: ‘Wat valt me op?’ Daarna duik ik de commentaren in (en niet eerder). Het is voor mij namelijk erg belangrijk om eerst zelf al biddend en zoekend te ontdekken. Daarna neem ik zo’n twee tot drie uur (en soms ook meer) om de achtergrond van de tekst en de tekst in de grondtekst te lezen: de technische fase.

 

3. Hoe werk je je preek uit nadat je die technische onderzoeksfase hebt gehad?

De volgende stap is dat ik de preek in een schema ga zetten. Dat schema komt meestal voort uit de te bespreken tekst zelf. Ik pak drie tot maximaal vijf punten die ik wil overbrengen, maar dat hangt van verschillende factoren af. Bijvoorbeeld: ‘Om hoeveel tekst gaat het?’ en ‘Wat komt daarin aan punten naar voren?’ Maar ook: ‘Hoe verhoudt de tekst zich tot het grotere geheel waar we doorheen lopen?’, enz.

Inmiddels is het dinsdag. Nu volgt een creatief proces waarin de preek verder biddend vorm gaat krijgen. Ik probeer hierbij ook (waar mogelijk) de actualiteit in te passen. Daarom probeer ik om van alles en nog wat op de hoogte te blijven.

Vroeger was de donderdag mijn vaste schrijfdag. Dat doe ik nu niet meer. Soms schrijf ik bepaalde punten nog uit om mijn gedachten goed op een rij te kunnen krijgen en om zinnen ‘in constructie’ te zetten. Op zaterdagavond is het technische gedeelte afgesloten en dan begint eigenlijk weer een nieuw zoekproces: ‘Heer, is dit wat U wilt zeggen, op dit moment?’ Het is mijn verlangen dat ik de vrede van God ervaar over wat ik gevonden heb. Voor mij is het zoals A.W. Tozer het zegt: “It must be God’s Word(s) …, for His people …, at this time …., at this moment.” En soms gebeurt dat dus niet. 😉

 

4. Hoeveel uren besteed jij aan de voorbereiding?

Dat wisselt nogal. Ik heb 20 uur nodig als de technische fase intensief is. Zes tot acht uur als ik al veel voorbereiding heb gedaan, bijvoorbeeld als ik een (doorlopende) serie preken doe over een bijbelboek. En verder is het een creatief proces waarin allerlei zaken de hele week door een rol spelen. Ik ‘kauw’ zogezegd op het gedeelte en denk er biddend over na.

 

5. Hoe ‘kauw’ je op je bijbelgedeelte?

Soms komt er een puzzelstukje (of soms een hele puzzel in één keer) uit de lucht vallen. Autoritten zijn van die stiltemomenten waarin vaak het een en ander gebeurt. Of het uitlaten van de honden. Als ik dan thuis kom is het eerste wat ik doe vaak een stuk papier pakken om een en ander op te schrijven.

Net als een artiest ben ik voor een groot deel (zo niet het grootste deel) afhankelijk van inspiratie. En die laat zich lang niet altijd in een voor mij comfortabele mal gieten.

 

6. Je plant de preken in je eigen gemeente een jaar lang vooruit. Waarom doe je dat?

Ik vind het zelf heel prettig om prekenseries vast te leggen. Op die manier dwing ik mezelf en de gemeente om ècht door het Woord te lopen. Alle anderen die met hetzelfde creatieve proces bezig zijn (bijvoorbeeld in de liturgie) kunnen vanuit dezelfde tekst aan de slag gaan. En het is verrassend om te zien hoe dan vaak de zaken bij elkaar komen.

 

7. Hoe houd je met je prekenserie rekening met de christelijke feestdagen?

Bij de christelijke feestdagen is het soms een beetje aanpassen. Niet elke tekst leent zich voor bijvoorbeeld Pasen. Maar soms, en eigenlijk veel vaker dan vooraf gedacht, vallen de puzzelstukjes op wonderlijke wijze in elkaar. Maar het moet geen keurslijf worden. Er moet een min of meer natuurlijke verbinding zijn tussen dat wat de tekst te zeggen heeft en dat wat er gebeurt (bijv. een doopdienst). Op momenten dat er geen ‘natural fit’ is kan ik door iets te schuiven toch vaak een heel geschikte tekst vinden die bijvoorbeeld wel past bij een feestdag. Zo niet, dan pak ik een andere tekst.

 

8. Wat is jouw kracht als spreker? 

Ik krijg vaak als feedback terug dat ik op verschillende momenten verrassend kan zijn, dynamisch en uitlegkundig sterk ben. Ik houd ervan om verbanden en het bijbeltheologische kader te laten zien, waarbij ik ook wel heel verrassend over kan komen voor mensen die in kokers denken. Ook ben ik hermeneutisch sterk en creatief: ik sla de brug naar het hier en nu en probeer mijn publiek mee te nemen. Of ik daar altijd in slaag is aan anderen om te beoordelen. 😉

 

9. Wat zijn je valkuilen als spreker? 

Ik praat graag, dus ik moet erop letten dat ik niet te veel wil zeggen. Ook moet ik eraan denken dat ik niet een bepaalde mate van bijbelkennis als vanzelfsprekend kan veronderstellen. Ik wil eerst proeven wat voor kaliber mensen ik voor me heb. Een andere valkuil is dat ik soms te creatief ben (en denkstappen vrij vlot maak). Ik heb in die 20 uren (en soms meer) natuurlijk een hele berg mooie dingen mogen ontdekken, maar vergeet in m’n enthousiasme dat anderen die 20 uur niet hebben gehad. Het is een hele kunst om hierin niet te overvoeden.

 

10. Wat is volgens jou het belang van prediking?

Prediking is voor mij vooral verkondiging. We hebben een God die spreekt. Het gaat niet zozeer om leer (in de zin van catechese) maar om een ontmoeting met God van waaruit men kan leren. Het doel hiervan is: geloofsgroei en levensverandering.

 

11. Wie zijn jouw inspirerende voorbeelden?

Als eerste noem ik Aiden Tozer. Fenomenaal hoe scherp die met zowel de pen als met de tong kon zijn. Hij zei of schreef geen woord te veel. Daarnaast spreekt zijn mysterieus zijn me enorm aan. En het feit dat ik proef dat bijna alles wat hij zei of deed uit de intimiteit met Jezus zelf voort kwam. Tozer was ten diepste een worshipper in dat wat hij deed.

Greg Boyd vind ik één van de beste sprekers op dit moment. Uitlegkundig en inhoudelijk sterk en hij neemt zichzelf niet te serieus. Wat ik knap van Greg vind is dat hij heel goed met tempowisselingen omgaat. Er gebeurt echt wat. De in verkiezingstijd in de V.S. gehouden serie ‘The Cross and The Sword’ vind ik echt fenomenaal. Ik heb zelden zoiets gedurfds en goeds gezien of gehoord.

In Nederland heb ik erg veel geleerd van Jan Schippers en Arie Davidse.

Van Jan een passie voor mensen en de creativiteit om net als de oude profeten met alles wat er voor handen is te (s)preken.

Van Arie heb ik vooral ook geleerd om m’n preken te structureren en hij was het die me op Tozer wees.

De wijze waarop Patrick Nullens met (Vlaamse) humor omgaat zonder dat het afdoet aan de boodschap vind ik ook erg knap.

Erik Bakker is een meester van de ironie. Hij weet op de meest verrassende momenten een grap op een manier te gebruiken zoals weinig anderen dat kunnen.

Jan Wolsheimer vind ik bijzonder creatief op tal van vlakken en daarin veel knapper dan dat ik zelf kan zijn. (Lees hier een eerder interview met Jan.)

Last but not least is John Stumbo, de president van de C&MA in de V.S. Die kan ook fenomenaal preken en verstaat de kunst altijd weer in m’n hart te komen. Een echte ‘deeper life’-spreker, volledig in de Alliance-traditie. Ook zijn haast kinderlijke kwetsbaarheid spreekt me enorm aan. Als ik een voorbeeld noemen mag, dan zou ik willen zeggen ‘kijk naar ‘Christ our Sanctifier’, een preek tijdens General Council in de V.S. (2015). De monumentale woorden die hij daar uitsprak ‘I long for Jesus to live through me, because I like His character better than mine’ galmen nog na in m’n hart…

 

12. Welke tip heb jij voor collega-sprekers?

Wees jezelf! Ga niet iemand kopiëren. Bereid je preek technisch goed voor, neem de tijd om biddend te zoeken en ‘trachten te verstaan’. Voeg waar het kan een persoonlijk element toe en deel uit van hoe God in jou (en je omgeving) gewerkt heeft.

 

Agnes van den Broek

 

Dit interview is gehouden door gastblogger Agnes van den Broek. Ze is schrijver, trainer en studentencoach voor Agapè. Ze volgde Een preek die staat als een huis. Wil je haar uitnodigen voor een (s)preekbeurt? Mail avdbroek@agape.nl.

 

 

 

mm
Paulien Vervoorn
paulien@geloofwaardigspreken.nl

Spreker, trainer en auteur. Geeft (s)preektrainingen aan sprekers, voorgangers en predikanten die met nog meer impact willen spreken.

2 Comments
  • Breus Blom
    Beantwoorden

    Rocco ken ik persoonlijk erg goed. Een broeder maar vooral een echte vriend. Wat hij beschrijft hoe hij zijn preken voorbereid heb ik van dichtbij mee gemaakt. Ben met hem en een aantal muzikanten uit Gouda regelmatig mee geweest. Rocco verzorgde de preek en wij de muziek. Rocco is een man die graag iedereen mee neemt in zijn avonturen met God. Zelf leer ik veel van hem, zeker als het over geloofszaken gaat. Daarnaast is Rocco ook man en vader van een lieve vrouw en 3 prachtige kinderen waar ik ook echt van ben gaan houden.

    maart 9, 2016 at 2:29 am

Plaats een reactie